Op 26 december overleed in de leeftijd van 72 jaar de heer Al Brull.

Al Brull geloofde in de gemeenschap die we samen kunnen vormen. Daar ging hij voor. Hij had bepaalde talenten meegekregen van Onze Lieve Heer en die talenten zette hij ruimhartig in.

Niet zoeken naar een breder ik, maar naar een groter wij, zo formuleerde de koning het treffend in zijn kersttoespraak. Een groter én een blijder wij, dat was het, met Al erbij! Blijmoedig. Want als Al binnenkwam, dan kreeg je al goede zin. De man met de mooiste lach van Eygelshoven.

Een verbinder, dat was hij. Zijn gezin noemt hem ‘een eeuwige student’: als hij ergens in geïnteresseerd was, dan wilde hij er ook alles over weten, zo ontstaat liefde voor iets. En daar wilde hij dan weer anderen in laten delen. Of dat nu de postzegels waren, of het Duits, of St. Barbara, of de heemkunde, de harmonie. Wat hij deed, dat deed hij met hart en ziel en zaligheid. En dat werkte aanstekelijk.

Hier in Eygelshoven was hij geboren en getogen. Slagerszoon. Vlak tegen het einde van WOII zag hij het levenslicht, op 11 februari 1945. 12 februari werd Al gedoopt in de parochiekerk. 170 kinderen zouden er in dat laatste oorlogsjaar, het eerste jaar van de vrijheid, een nieuw begin, worden gedoopt. Een jeugdig Eygelshoven, daarin groeide hij op. Optimisme. Hoewel er thuis ook zorgen waren. En er hard moest worden gewerkt.

De eerste 18 jaar van zijn leven woonde hij in Eygelshoven. Toen ging hij studeren. In dienst kon hij zijn studie afmaken. Ondertussen had hij Maria Bemelmans hier van de Bossen leren kennen. ‘Junge, komm’ bald wieder’, heeft Maria misschien wel eens gedacht of gezegd, als Al ergens op een kazerne was. In ieder geval liet ze zich eens ontvallen: ‘wordt wel tijd dat je eens een kaartje stuurt.’ Die kreeg ze dan ook :’Ich komme … puntje puntje puntje … noch nicht!’

Al Brull vond werk op een middelbare school in Zierikzee.

In zijn jonge jaren kon je Al wel eens aantreffen bij het oude kerkje, zittend op een bankje. Rustig een boek zitten te lezen. Dat is de meer contemplatieve kant van Al. Beschouwen,

studeren en nadenken, lezen en schrijven, en bidden. Zo is hij ook lang misdienaar geweest. In Zierikzee was hij secretaris van het kerkbestuur.

Nadenken en beschouwen. En niet te vergeten: Noteren. Alles schreef hij op. Schriften vol heeft hij geschreven. Als hij een nieuw familiewapen zou hebben ontwerpen zouden daar beslist een pen en een typemachine in hebben gestaan.

Een levenskunstenaar, dat was hij ook. De kunst van het leven op het spoor zijn. Zelf op zo’n manier van het leven kunnen genieten, dat anderen ook kunnen genieten. Z’n hele leven heeft hij genoten van de carnaval. Vanaf de 11e van de 11e begon hij spreuken rond te sturen die betrekking hadden op de vasteloavend. Was ich noch zu sagen hätte? Geneet van het laeve, maak spass en plezeer. We knopen het in onze oren.

Wij hier in Eygelshoven zijn blij dat Al en Maria Brull in 2006 besloten om vanuit Zierikzee terug te keren naar hier. Niet dat ze het in Zierikzee niet fijn hadden. Integendeel. Ze waren er graag. Ze waren er gelukkig. Natalia en Ralf waren daar opgegroeid.

Maar Eygelshoven zat zo diep. Vanaf 2006-2017 weer hier. Elf jaar volgemaakt. Toch ook wel weer symbolisch.

Ooit heeft Al Brull een mooie historische wandelroute door Eygelshoven uitgestippeld. Met zijn leven heeft hij ons laten zien, langs welke wegen het goed is te gaan, mit spass en plezeer, met een groter en blijder wij… Al-aaf zei hij graag. Al auf is het nu. Glück auf!