Tweeënzestig jaar geleden werd hij op Maria Lichtmis geboren, in het ziekenhuis van Heerlen. Hij groeide op in de Hopel en kwam na wat omzwervingen weer in Eygelshoven terecht. Nu is hij in ons dorp één van de vrijwilligers, die zijn steentje bijdraagt aan een maatschappij, die ‘grotendeels’ steunt op de schouders van deze ‘volontairs’. Zo is hij twee dagen in de week werkzaam in verzorgingstehuis ‘Laethof”, vinden we hem in het weekend meestal op de accommodatie van LHC en tot slot heeft hij nog een interessante hobby. Aan het woord is deze week, een vrijwilliger bij uitstek, Paul Vek.
Paul Vek:
“Samen met mijn vier broers ben ik opgegroeid in de Hopel. Wij woonden in de Nachtegaalstraat. Na de lagere school en een diploma van de Petrus en Paulus Mavo, tekende ik een zesjarig contract als Kort Verband Vrijwilliger bij de Landmacht. Ik werd hoofdzakelijk in Ede opgeleid tot telexist. Daarna werkte ik vijf jaar bij het hoofdkwartier van de AFCENT in Brunssum, mooie tijd was dat. Na een paar jaar taxichauffeur en caféhouder spelen, kwam ik in Duitsland in de horeca terecht. Ik werkte daar enkele jaren in het vakantiepark van Vroom @ Dreesmann, Grandorado, vlak bij Daun in de Vulkaan Eifel.
Ik volgde in mijn tijd in Duitsland een cursus Sport, Fitness en Gezondheidsmassage. Zo kwam ik eigenlijk een beetje met het vrijwilligerswerk in aanraking. Ik ging met de Jeugdwielerploeg van Limburg en Brabant onder andere naar de Ronde van Bulgarije, een driedaagse in België en nog wat van die wedstrijdjes.
In 2012 woonde ik alleen nog maar in de weekenden in Duitsland, maar werkte toen wel al als elektricien bij Sabic in Geleen. Ik kreeg een hersenbloeding en mijn wereld zag er van vandaag op morgen anders uit. Mijn ouders en mijn broers zorgden ervoor dat ik weer in Eygelshoven kon komen wonen.
Ik kreeg een appartement in de Putstraat, recht tegen over het verzorgingscentrum Laet-hof.
Na een paar maanden revalideren was ik het thuis zitten wel een beetje beu. Ik stak de straat over en meldde mij bij Monique, die in die tijd het vrijwilligerswerk van de Laethof regelde. Ze had wel een baantje voor me. Allereerst leek het er op dat ik in de keuken terecht zou komen, maar uiteindelijk was er toch nog een plaatsje vrij bij de Technische Dienst. Daar was ik blij om, want dat past beter bij mij.
Ik werk daar nu met veel plezier samen met twee collega’s waarvan er één ook Paul heet en de ander Gerard. Vier halve dagen is Hans er ook. Hij is huismeester in de Firenschat in Terwinselen en bij ons in de Laethof. Hij regelt wat er allemaal door ons moet gebeuren en weet precies welke klusjes er gedaan moeten worden.
Op je vraag Wim, wat we allemaal doen, is niet één, twee, drie een antwoord te geven. Het is nogal verschillend allemaal. We vervangen lampen, sensoren, maar ook staan er in de werkplaats nog twee ‘tuinbanken’ te wachten op een likje verf. Je kunt eigenlijk wel zeggen, dat alle klusjes op technisch gebied, in de woonvormen, zoveel mogelijk door ons zelf geregeld worden.
Ik doe dit vrijwilligerswerk met veel plezier, voel me gewaardeerd, kom daardoor onder de mensen en ik vind het fijn als ik weer iemand geholpen heb.”
Vraag aan Paul:
Paul ik zie je elk weekend bij LHC, ben je daar toevallig ook actief als vrijwilliger?
Paul Vek:
“Als kleine jongen voetbalde ik bij de Hopel. Toen ik terugkwam naar Nederland, had ik de weg naar het voetbalveld van LHC vlug weer gevonden. Het duurde niet lang of ik werd gevraagd of ik vrijwilligerswerk wilde doen.
Ik begon als verzorger van het tweede elftal. Toen kwam het door mij in Duitsland behaalde massagediploma goed van pas. Maar het duurde niet lang en ik werd ook grensrechter. Dat heb ik een paar seizoenen gedaan en toen werd ik gevraagd of ik niet wilde doorschuiven naar LHC 1. Ook dat heb ik een paar seizoenen volgehouden als assistent scheidsrechter. Maar dat werd me toch wat te zwaar. Het tempo was voor mij veel te hoog, dus toen er een jongere grensrechter beschikbaar was, heeft hij het van mij overgenomen en daar ben ik nu wel blij mee.
Maar in de tussentijd werd ik ook gevraagd of ik geen interesse had om op zaterdag jeugdwedstrijden te fluiten. Inmiddels doe ik dat alweer heel wat seizoenen. Ik mag wel zeggen dat ik dat met heel veel plezier doe. Meestal zijn het de teams onder de leeftijd van 13 jaar of de meisjeswedstrijden, die ik fluit. Deze spelers gedragen zich altijd keurig tegenover mij en ook de ouders bemoeien zich nog niet zo met de beslissingen van de scheids.
Natuurlijk ben ik zoveel mogelijk bij alle activiteiten van LHC aanwezig. Zo ook vorige week zaterdag op de LHC Carnavalsavond, in het Socio, waar Fabio Di Giulio als Prins werd uitgeroepen. Dat was toch weer een prachtige avond van de Elvenraad L.H.C. 2.0.”
Voordat we het interview afsluiten over het vrijwilligerswerk van Paul Vek, toch nog even de vraag hoelang Paul dit nog allemaal blijft doen? Lachend antwoordt hij, dat dat nog wel even kan duren. We bedanken Paul voor het mooie gesprek en nemen afscheid.”
Maar Paul is ook lid van Bargoensjclub ‘Ut Keieskwieëste’, een vereniging, die de Bargoense handelstaal, die in Groenstraat tot ongeveer 1900 werd gesproken, levend houdt, bijvoorbeeld door het organiseren van ‘Bargoensje Oavende’. Paul vertelt vol enthousiasme over deze vereniging en geeft het dringende advies om zelf op zoek te gaan naar het verhaal achter de Bargoensjclub in de Groenstraat. We nemen de handschoen op en u leest hier binnenkort over in uw Anselbode.
De Anselbode kan als primeur melden dat er binnenkort een nieuw ‘Grunsjtroat-Bargoensj’ leesplankje verschijnt!