Diamantje: De ramen van de Sint Janskerk
14-08-2018

logo diamantje3De ramen der Sint Janskerk
Artikel van pastoor J.Habets (1957-1965 pastoor te Eygelshoven), gepubliceerd in het Kerkklokje (1961)

(Pastoor Habets werd geboren te Maastricht in 1909. Hij was bijna 20 jaar kapelaan in de O.L.Vrouwe Basiliek te Maastricht)

Wanneer wij u over de nieuwe ramen alsmede over de oude in onze kerk iets willen vertellen, is het noodzakelijk U enige bijzonderheden te geven over de ontwerper ervan: Henri Jonas.

Hij werd in 1878 geboren. Hij nam lessen bij jhr. Graafland: Maastrichtenaar en kunstschilder, die rondom zich een groep jongeren zag als leerlingen. Vanuit deze groep vertrok Jonas naar de Amsterdamse Academie om daar zijn opleiding te voltooien. In de aanvang van zijn schildersloopbaan maakte hij vooral landschappen en portretten. Uit persoonlijke gesprekken met Jonas in de jaren 1937-1944 weet ik, hoezeer het landschap van Limburg en van de Ardennen hem boeide: en hoezeer ook hij zich verdiepte in het wezen van de mens, waarin hij eveneens de door God ingeschapen schoonheid zag, doch ook de ontluistering hiervan door toedoen van de duivel. Het is deze gedachte die de kern zal zijn van de ernstige ziekte, welke zijn laatste levensjaren zal versomberen en zijn geest gedeeltelijk verduisteren.

Uit deze gesprekken herinner ik mij eveneens met nu nog steeds levende bewondering de sumblieme wijze, waarop Jonas wist te vertellen. Zo zie ik mij nog naast hem zitten voor het ontwerp (de kartons) van ramen voor de St.Vituskerk in Hilversum: en ik hoor hoe zijn rustige en nooit gejaagde stem mij het Scheppingsverhaal vertelde als was hij een kleuter nog. Geen detail sloeg hij over: het was vol kleur en leven: en hij bevolkte het met de prachtigste bloemen en met sierlijk bewegende vogels en met dieren: vooral het hert en de reeën met hun zinvolle ogen en het paard in de schoonheid van zijn glanzende lijf en de samengebundelde kracht van zijn spieren.

Nog scherper staat in mijn geheugen de middag, waarop ik hem bezocht in zijn atelier en wij samen daar een kop koffie dronken, ons gebracht door zijn vrouw: Eugenie Jonas-Servais: zij wist hoe lang de gesprekken (eigenlijk alleenspraken!) van ‘der Harie’ konden duren. Hij had zojuist de in kleur en details afgewerkte tekeningen gemaakt van een raam van de

H.Christoffel en vol nog van dat juist voltooide werk vertelde hij mij de legende van deze heilige martelaar en openbaarde wat hij aan persoonlijke belevenissen erin verwerkt had. Welk een merkwaardige samenloop van omstandigheden was het, toen ik dit raam terugzag in de kerk, waarvan ik in 1957 tot pastoor werd benoemd! Een kerk, welke gebouwd werd door Architect Alfons Boosten, die ik kende vanuit mijn ouderlijk huis en die in Maastricht één mijner zeer goede bekenden was. Belangrijker echter is, dat hij, Fons Boosten, bezield was door dezelfde schoonheidsliefde en vernieuwingsdrang als Jonas: zó dat hij in Eygelshoven een kerk ontwierp -met architect Ritzen- die in grondplan nu nog modern is.

Evenals Jonas was ook Boosten vol bewondering voor de O.L. Vrouwe-Basiliek en veel van zijn kerken dragen van deze bewondering de zeer duidelijk aanwijsbare sporen: in Mariaberg (Maastricht) de omgang van het priesterkoor, zoals ook de kooromgang in onze kerk geïnspireerd werd op ‘het mooiste romaanse priesterkoor in West-Europa’ (aldus dr. Pierre Cuypers over het priesterkoor van de Maastrichtse basiliek!).

Boosten en Jonas, beiden vurige Maastrichtenaren en kunstenaars tot in het diepst van hun ziel, vonden elkaar. Boosten zag graag, dat Jonas zijn kerken zou ‘beglazen’ en Jonas beschouwde het niet alleen als een voorrecht, maar zelfs als een persoonlijk recht om voor de kerken van zijn vriend Boosten de kleurramen te mogen ontwerpen. Beiden waren bovendien diep-godsdienstige mannen: Jonas heeft zich na zijn 50ste levensjaar zelfs bijna uitsluitend met kerkelijke kunst beziggehouden, terwijl Boosten de grote kerkenbouwer van Limburg werd.

Ter afsluiting van deze inleiding moge ik nog één gesprek met Jonas weergeven. Het vond plaats in de O.L. Vrouwe Basiliek, waar ik -na een rondleiding van een internationaal gezelschap- Jonas biddend aantrof. Hij deed mij toen een dringend verzoek. ‘Kapelaan’, zo zei hij, ‘als u nog eens aan bezoekers uw kerk laat zien, wil dan erbij vertellen, dat ik in twee ramen, die ik hier plaatste mijn Credo heb uitgesproken.

Het éne -ik noem het Te Deum- stelt voor de H.Drievuldigheid in kleuren van vlammend rood als symbool van de diepe dankbaarheid en van de uitbundige vreugde om de nooit geheel te omvatten schoonheid van de Schepping, die wij zien.

Het ander daarentegen maakte ik in rustig en stil bezonken blauw: Maria in haar Magnificat! Boven de schoonheid der zichtbare wereld stijgt de heerlijkheid van de genade, waarvan Maria volheid ontving, terwijl ook wij aan deze gave deelhebben. Daarvan wordt de mens stil en deemoedig en kan hij niet anders dan God heel nederig en klein bedanken voor deze goddelijke gave in ons. Kapelaan, dat is het Credo van een schilder.’

Willen wij de ramen verstaan, welke Jonas bij ons en in andere kerken heeft geplaatst en iets begrijpen vooral van zijn religieuze schilderijen, dan is het nodig de mens Jonas zo te leren kennen. Ikzelf prijs me gelukkig hem gekend te hebben en bewaar als iets kostbaars het kleine glasraam, mijn patroonheilige voorstellend, dat hij voor mij uit eigen beweging maakte en mij enkele dagen voor zijn dood in 1944 schonk.

J.Habets