“Ga je trouwen?”, vroeg de pastoor van Herkenbosch toen de jonge Marc Heemels daar zijn doopbewijs ging ophalen, nodig voor de toelating tot het seminarie. Nee, maar het sacrament van de wijding is voor de wijdeling minstens zo belangrijk als een huwelijk. In de keuken van de pastorie bladert pastoor Heemels in het fotoalbum van zijn wijdingsdag op 17 juni 2000 en van de eerste Heilige Mis op 18 juni in de parochiekerk van Melick. “Kijk, dit is mijn oma”, wijst hij aan. “Zij was toen al 98 en vond het geweldig. Ze was supertrots. Dit is mijn zus Anouk met haar man Robert. En hier sta ik met mijn ouders en de kelk die ik van hen cadeau heb gekregen.” Samen met pastoor Heemels werden op 17 juni nog zeven andere jonge mannen gewijd door mgr. Wiertz. Als klas komen ze nog steeds regelmatig bij elkaar. Een van de wijdelingen is religieus, augustijner koorheer. Maar het kloosterleven trok pastoor Heemels destijds niet. Hij koos bewust voor een rol als wereldheer.
Pastoor Heemels was bij zijn beslissing om naar het seminarie te gaan niet over één nacht ijs gegaan. Priester worden was geen jongensdroom, maar een verlangen dat pas gegroeid was in zijn studententijd in Utrecht. Daar was hij in aanraking gekomen met een katholieke studentengroep en begon hij regelmatig naar de kerk te gaan. Omdat het ook in het midden van de jaren negentig al vrij ongebruikelijk was dat een 24-jarige elke week naar de kerk ging, waren zijn ouders niet heel erg verbaasd toen hij met hen deelde dat het priesterschap hem trok. Hij rondde zijn studie theoretische en historische pedagiek af, maar besloot om daarna niet naar Groningen te gaan voor promotieonderzoek. In plaats daarvan zette hij koers naar het zuiden: naar Rolduc.
De keuze voor het grootseminarie Rolduc was niet helemaal vanzelfsprekend. “Ik was pas in Utrecht gegrepen door het geloof en ik had daar mijn roeping gekregen”, vertelt hij. “Dus ik had ook naar het Ariënsconvict in Utrecht kunnen gaan. Maar ik kom uit Limburg, dus ik koos uiteindelijk toch voor Rolduc. Al kende ik daar helemaal niemand.” De Limburgse roots van pastoor Heemels liggen in Melick. Hij ging naar het gymnasium in Roermond, maar wist eigenlijk niet goed welke universitaire studie hij wilde gaan volgen. Hij hield van talen en van filosofie, dacht aan Russisch, maar ook aan rechten. Een advertentie in de Volkskrant voor een nieuwe studie cognitieve kunstmatige intelligentie beloofde een combinatie te zijn van filosofie, psychologie, taalwetenschap en informatica. Dat sprak hem aan. Het bleek toch vooral veel informatica te zijn, dus na een jaar maakte hij de overstap naar sociale wetenschap en theoretische pedagogiek.
“Ik houd van nadenken, beschouwen, filosoferen”, geeft de pastoor toe. Maar een pastoor kan natuurlijk niet de hele dag met zijn neus in de boeken zitten. “Eigenlijk heb ik vooral door de Lourdesreizen, toen ik nog in Utrecht studeerde, het contact met gewone gelovigen ervaren. Ook in de parochie word ik op allerlei manieren bij het dagelijkse menselijke samenleven betrokken. Het is fijn om die praktische aanwezigheid in de lokale geloofsgemeenschap te kunnen combineren met mijn werk als docent op Rolduc. “Ik geef les in het Oude en Nieuwe Testament”, vertelt hij. “Ik werd op Rolduc benoemd in 2008, tegelijkertijd met mijn benoeming als pastoor van Eygelshoven.”
Pastoor Heemels was toen nog niet zo lang terug uit Rome, waar hij exegese had gestudeerd. “Zo’n studieopdracht wordt vaker gegeven aan priesters die al een academische studie hebben gedaan”, legt hij uit. “Je mag niet zelf kiezen in welk onderwerp je je wilt verdiepen, maar ik was wel van tevoren een beetje gepolst of er dingen waren die ik per se niet wilde. Het maakte mij niet zoveel uit, heb ik toen laten weten, zolang het maar geen exegese was.” Achteraf kan de pastoor er hartelijk om lachen, want exegese bleek een schot in de roos. “Het is heel wetenschappelijk en taalgericht. Je bent met teksten bezig. Daar houd ik van. In de kerk kun je niet altijd uitzoeken wat je wilt doen, maar je krijgt vaak tóch iets dat heel goed voor je blijkt te zijn.”
Terugkijkend op de afgelopen 25 jaar waren er vele mooie, maar soms ook moeilijke momenten. “Het sterven van mijn beide ouders in 2022 was moeilijk”, zegt pastoor Heemels. “En ook de laatste twee jaar van mijn studie in Rome waren niet gemakkelijk. Maar Rome is natuurlijk prachtig en het is heel bijzonder als je daar mag wonen en werken. Ik genoot er van de internationale contacten. Hoogtepunten waren ook het 100-jarig bestaan van de Grote Kerk, de eerste Mis als aartsbisschop van Bert van Megen, mijn tienjarig jubileum als pastoor in 2018 en de Romereizen die ik gemaakt heb met de dames van het Gilde.”
Het eerstvolgende hoogtepunt wordt hopelijk de viering van zijn 25-jarig priesterjubileum op 29 juni aanstaande. Pastoor Heemels heeft er enorm veel zin in, ook al is hij van nature geen feestbeest. Zelfs in zijn studietijd was hij dat niet. “Ik ben eigenlijk een nerd”, denkt pastoor Heemels. “Het is dat mijn moeder vond dat ik op de dag van mijn eerste Heilige Mis een feest moest geven, anders had ik destijds voor iets heel rustigs gekozen.” Afgaande op de vele leuke foto’s die er bij die gelegenheid zijn gemaakt, heeft moeder Heemels haar zoon daarmee een groot plezier gedaan. In zijn dagboek schreef hij die avond: “Wat me daar allemaal te wachten stond had ik nooit kunnen bevroeden! Lied na lied, toespraak na toespraak, het was intens genieten.”
Hopelijk wordt de viering op 29 juni net zo onvergetelijk. Aan de voorbereiding zal het in ieder geval niet liggen. Pastoor Heemels laat geen gelegenheid voorbijgaan om te proberen erachter te komen wat de feestcommissie allemaal voor hem in petto heeft. Hij is bijzonder nieuwsgierig, maar dat zal zijn wetenschappelijke aard wel zijn. Als parochianen in Eygelshoven mogen we ons gelukkig prijzen dat hij al 17 van de afgelopen 25 jaar bij ons pastoor is. Een feestelijk jubileum is daarom meer dan verdiend. Proficiat!
Foto: Pastoor Heemels haalt herinneringen op in zijn fotoalbum.